Geplaatst door Hans
Roodenburg op 8 juni, 2012 - 19:00
Foto: Wikimedia
Commons / Senior Airman Mitch Fuqua
Kosovo, Libië,
Syrië: de ongemakkelijke waarheid over westerse militaire interventies.
Rob de Wijk, bekend deskundige inzake internationale veiligheidsvraagstukken
en columnist van Trouw, timmert de laatste tijd vooral aan de weg als über-eurofiel en Wilders-basher. Dat daarom deze commentator
verder niks interessants heeft te melden zou echter een voorbarige conclusie
zijn. De column
van De Wijk vandaag in Trouw over militaire interventies van het Westen
slaat namelijk de spijker op zijn kop.
De Wijk wijst erop dat het
Westen zich keer op keer niet na nuchtere overweging, maar door vermeende
slachtpartijen laat verleiden partij te kiezen in een burgeroorlog. In alle
gevallen koos men op morele gronden de kant van de opstandelingen, hoewel die een
dubieuze rol speelden. Zo volgde de NAVO-interventie ten gunste van de
Kosovaarse opstandelingen op een incident in Račak. waar
25 dorpelingen zouden zijn gedood door Servische veiligheidstroepen. De
moorden in Račak volgden op een bewuste provocatie van de Kosovaarse
bevrijdingsbeweging UÇK, die vlak daarvoor vier Servische politiemannen had
vermoord. Afgezien van die provocatie is de westerse lezing van de
gebeurtenissen ook omstreden omdat het niet zou gaan om
burgerslachtoffers, maar om opstandelingen van het UÇK, gesneuveld in een
vuurgevecht met Servische veiligheidstroepen.
Kosovo
Hoe het ook zij, de
aanleiding tot de militaire interventie van de NAVO in Kosovo kan moeilijk
gelden als serieuze rechtvaardiging om partij te kiezen voor de rebellen en om
vervolgens over te gaan tot bombardementen op Servische doelen met honderden
burgerdoden tot gevolg: circa 500 volgens Human Rights Watch en een veelvoud daarvan volgens
Joegoslavische bronnen. Wat ook niet echt helpt om deze offers te
rechtvaardigen is het ontbreken van een mandaat van de Verenigde Naties, c.q.
de Veiligheidsraad. Het ging hier nota bene om de militaire inmenging in de
binnenlandse aangelegenheden van een soevereine staat. En als klap op de
vuurpijl bleken de leiders die het Westen in Kosovo in het zadel had geholpen exponenten
te zijn van de georganiseerde misdaad.
Terzijde
De vraag dringt zich op
waarom de betrokken westerse leiders (waaronder ook Nederlandse bewindslieden)
nooit voor het Joegoslavië-tribunaal zijn gedaagd. Want het is niet niks, het voeren van een aanvalsoorlog. Daar kon je in Neurenberg nog voor
worden opgehangen. Om tot vervolging voor het Joegoslavië-tribunaal te komen
was echter wel een initiatief nodig van de aanklagers, en die hebben toch vaak
de indruk gewekt meer aandacht te hebben voor de verliezers dan voor de
overwinnaars.
Libië
Tijdens de interventie in
Libië vorig jaar was er wel een mandaat van de Veiligheidsraad, zij het dat dit
door de interveniërende mogendheden tot het uiterste werd opgerekt. Ook in dit
geval wist men weinig over de rebellen voor wie men partij koos, behalve
dan dat ze tijdens hun acties voortdurend Allahu akbar riepen. Misschien een gebruikelijke
strijdkreet in die contreien, maar toch bepaald geen goed voorteken, zoals na
het beëindigen van de vijandelijkheden ook is gebleken.
Syrië en verder
In Syrië is het nog niet
tot een interventie gekomen, maar de waarschuwing van Rob de Wijk dat we ons
niet opnieuw - met een beroep op verheven motieven - in een onbezonnen militair
avontuur moeten storten, lijkt alleszins op zijn plaats. Belanghebbenden weten
immers zulke nobele sentimenten en reflexen handig uit te buiten. Dat hebben
Kosovo en Libië wel aangetoond. Rob de Wijk:
Een belangrijke les die uit de
geschiedenis kan worden getrokken, is dat de lijn tussen goed en fout dunner is
dan Westerse politici, media en publiek zichzelf wijsmaken. Maar voor Westerse
politici is morele verontwaardiging de belangrijkste motivatie om tot
interventie op te roepen. Feiten en kennis over conflictdynamiek doen in de
mobilisatie van steun voor hun interventieplannen niet ter
zake.
Geen speld tussen te
krijgen.